3.1 Lokale heffingen
Inleiding
3.1.1 Inleiding
De paragraaf lokale heffingen betreft zowel heffingen waarvan de bestedingen gebonden zijn (afvalstoffenheffing en rioolheffing) als heffingen waarvan de bestedingen ongebonden zijn (onroerendezaakbelastingen, precario- en hondenbelasting).
Gebonden heffingen en wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording.
De wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording heeft -met ingang van de begroting 2017- nieuwe eisen gesteld aan de inzichtelijkheid van de begroting met betrekking tot de kosten die in de tarieven worden meegenomen. In de onderbouwing van de kosten moet onder meer zichtbaar worden gemaakt wat er aan overhead en BTW in deze tarieven zit en welke verdeelsleutel de gemeente hanteert met betrekking tot overhead. Ook de nieuwe regels voor de berekening van de interne gemeentelijke rekenrente zijn van invloed op de tarieven. Ook voor de jaarrekening 2019 voldoet de inrichting van deze paragraaf aan de nieuwe eisen.
In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op:
- het gevoerde tarievenbeleid ten aanzien van de belangrijkste lokale heffingen;
- een overzicht van de totale baten uit belastingen, tarieven en leges;
- een overzicht van de lokale lastendruk in de periode 2017 tot en met 2019;
- het kwijtscheldingsbeleid;
- de landelijke woonlastenvergelijking.
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
3.1.2 Beleid ten aanzien van lokale heffingen
De tarieven 2019 van de voor de woonlasten belangrijkste heffingen zijn conform de besluitvorming van de gemeenteraad in november 2018 ten opzichte van de tarieven 2018 als volgt aangepast:
Heffing | Tariefwijziging 2019 |
Onroerendezaakbelasting woningen (uitsluitend inflatiecorrectie) | + 2,4% |
Onroerendezaakbelasting niet-woningen (uitsluitend inflatiecorrectie) | + 2,4% |
Rioolheffing (verlaging van voorziening) | - 7,35% |
Afvalstoffenheffing | + 7,13% |
De onroerendezaakbelastingen
De verhoging van de tarieven voor de onroerendezaakbelastingen was gebaseerd op de voor het jaar 2019 geraamde inflatie van 2,4% voor zowel het tarief woningen als de tarieven niet-woningen. De systematiek is dat wat een eigenaar of gebruiker met een gemiddelde waarde (woning of niet-woning) betaald het volgende jaar met maximaal de inflatie mag stijgen.
De rioolheffing
Voor de rioolheffing geldt dat de tarieven maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Voor 2019 was er gekozen om 96% van de begrote kosten door te belasten via de heffing of door een onttrekking aan de egalisatievoorziening. De resterende 4% van de begrote kosten komt ten laste van de algemene middelen. Indien bij de jaarrekening de lasten lager of hoger uitvallen dan begroot is het uitgangspunt dat dit terugvloeit naar de burger door een lagere of hogere onttrekking aan de egalisatievoorziening.
Berekening kostendekkendheid rioolheffing | oorspr. | gewijz. | realisatie |
---|---|---|---|
begroting | begroting | ||
Kosten op taakveld 7.2 Riolering | |||
- kosten exploitatie | 2.436 | 2.436 | 2.466 |
- kapitaallasten | 1.557 | 1.081 | 1.126 |
- straatreiniging | 345 | 345 | |
- oninbare vorderingen | 75 | 75 | 75 |
- mutatie spaarvoorziening | 2.804 | 2.804 | 2.804 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | -110 | -110 | -158 |
Netto kosten taakveld | 7.107 | 6.631 | 6.313 |
Toe te rekenen kosten andere taakvelden | |||
- kwijtscheldingen | 575 | 575 | 591 |
- voorziening dubieuze debiteuren | 143 | ||
- heffing en inning | 71 | 71 | 69 |
- overhead | 828 | 828 | 822 |
- BTW | 415 | 415 | 346 |
Totale kosten | 8.996 | 8.520 | 8.284 |
Kostendekkendheid | 96% | 96% | 96% |
Toe te rekenen kosten heffing/voorziening | 8.636 | 8.160 | 7.924 |
Toe te rekenen kosten algemene middelen | 360 | 360 | 360 |
8.996 | 8.520 | 8.284 | |
Opbrengst rioolheffingen | -8.236 | -8.236 | -8.345 |
Mutatie egalisatievoorziening | -400 | 75 | 421 |
-8.636 | -8.161 | -7.924 |
In de primaire begroting was een onttrekking van € 400.000 aan de egalisatievoorziening geraamd. Bij de 2e Tussenrapportage is deze gewijzigd in een storting van € 75.000 als gevolg van een voordeel op de kapitaallasten (rente en afschrijving). In de realisatie is de dotatie uiteindelijk € 346.000 hoger dan de gewijzigde begroting. Belangrijkste oorzaak is het per abuis dubbel meenemen van de kosten van straatreiniging in de raming (€ 345.000 V). Overige grote afwijkingen zijn een hogere opbrengst van de rioolheffing door meer aansluitingen (€ 109.000 V) en de noodzakelijke toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren (€ 143.000 N).
De afvalstoffenheffing
Ook voor de afvalstoffenheffing geldt dat de tarieven maximaal 100% kostendekkend mogen zijn.
Voor 2019 was er gekozen om 96% van de begrote kosten door te belasten via de heffing of door een onttrekking aan de egalisatiereserve. De resterende 4% van de begrote kosten komt ten laste van de algemene middelen. Indien bij de jaarrekening de lasten lager of hoger uitvallen dan begroot is het uitgangspunt dat dit terugvloeit naar de burger door een lagere of hogere onttrekking aan de egalisatiereserve.
Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing | oorspr. begroting | gewijz. begroting | realisatie | |
---|---|---|---|---|
Kosten op taakveld 7.3 Afval | ||||
- kosten exploitatie (GAD) | 8.105 | 7.921 | 7.922 | |
- teruggaaf resultaat 2018 (GAD) | -629 | -538 | -538 | |
- veegkosten | 345 | 345 | 345 | |
- oninbare vorderingen | 75 | 75 | 75 | |
Netto kosten taakveld | 7.896 | 7.803 | 7.804 | |
Toe te rekenen kosten andere taakvelden | ||||
- kwijtscheldingen | 575 | 575 | 660 | |
- voorziening dubieuze debiteuren | 169 | |||
- heffing en inning | 72 | 72 | 69 | |
- overhead (personeel- en organisatiekosten) | 74 | 74 | 69 | |
- BTW | 1.789 | 1.789 | 1.636 | |
Totale kosten | 10.406 | 10.313 | 10.408 | |
Dekkingspercentage | 96% | 96% | 96% | |
Toe te rekenen kosten heffing/reserve | 9.990 | 9.897 | 9.992 | |
Toe te rekenen kosten aan algemene middelen | 416 | 416 | 416 | |
10.406 | 10.313 | 10.408 | ||
Opbrengst afvalstoffenheffingen | -9.690 | -9.690 | -9.753 | |
Onttrekking egalisatiereserve | -300 | -207 | -239 | |
-9.990 | -9.897 | -9.992 |
In de primaire begroting was een onttrekking van € 300.000 aan de egalisatiereserve geraamd. Bij de 2e Tussenrapportage is deze gewijzigd in een onttrekking van € 207.000 als gevolg van een hoger resultaat 2018 van de GAD. In de realisatie is de onttrekking uiteindelijk € 32.000 hoger dan de gewijzigde begroting. Belangrijkste oorzaken zijn de extra toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren (€ 169.000 N) en meer kwijtscheldingen (€ 85.000 N). Meevallers zijn te zien op de door te berekenen BTW (€ 153.000 V) omdat de kosten exploitatie (GAD) lager zijn. Verder is de bruto-opbrengst van de afvalheffing hoger door meer aansluitingen (€ 63.000 V). De overige afwijkingen zijn per saldo € 6.000 nadelig.
Conform de vigerende wetgeving is het een raadsbevoegdheid om over de onttrekking van de egalisatiereserve te besluiten. De geraamde onttrekking van € 207.000 is in de jaarrekening opgenomen. Voor het verschil ad € 32.000 zal bij behandeling van de jaarstukken gevraagd worden deze alsnog te onttrekken aan deze reserve.
Voorziening belasting debiteuren
Afgelopen jaar heeft een inhaalslag plaatsgevonden op het incasseren van openstaande belastingbedragen. Hierdoor is het inzicht in de inbaarheid van deze belastingdebiteuren sterk vergroot. De inbaarheid blijkt lager dan werd verondersteld. Dit heeft als gevolg dat een deel van de belasting debiteuren niet geïnd gaat worden. Dit zorgt voor een additionele last van € 680.000. Hiervan wordt € 312.000 toegerekend aan de riool- en afvalstoffenheffing. In de tabellen hierboven met betrekking tot de kostendekkendheid van riool- en afvalstoffenheffing is het bedrag van deze extra last terug te vinden.
Marktgelden
Met de marktcommissie (en ook de raadscommissie) is gesproken over de toerekening van kosten. Voor begroting 2019 heeft dit geleid tot een genuanceerdere kostenopstelling met tarieven die lager liggen dan de tarieven van 2018, waarover ook consensus is bereikt met de marktcommissie. Het betreft dan een lagere doorrekening van kapitaallasten, de kosten van de gewijzigde bouwfasering en een deel van de schoonmaakkosten.
In februari 2019 is met terugwerkende kracht door de raad besloten de tarieven van de zaterdag en woensdag markt te verlagen met ingang van 2018. Dit kon niet meer verwerkt worden in de begroting 2019. De lasten voor de teruggave over 2018 zijn tevens ten laste van 2019 geboekt.
Berekening kostendekkendheid marktgelden | oorspr. | gewijz. | realisatie |
---|---|---|---|
begroting | begroting | ||
Toe te rekenen kosten | |||
- kapitaallasten | 15 | 15 | 15 |
- gewijzigde bouwfasering Marktplein | 16 | 16 | 16 |
- personeels- en organisatiekosten | 162 | 162 | 177 |
- schoonmaakkosten | 107 | 107 | 85 |
- beheerkosten | 12 | 12 | 15 |
- promotie | 17 | 17 | 13 |
Totale kosten | 329 | 329 | 321 |
Dekkingspercentage | 80% | 80% | 65% |
Toe te rekenen kosten | 264 | 263 | 209 |
Totaal opbrengsten | 263 | 263 | 209 |
Havengelden
De havengelden bestaan uit liggelden van woonboten en kadegelden voor vracht- en recreatievaart. Het overgrote deel is afkomstig van woonschepen. Kostendekkende tarieven zijn niet haalbaar. De gemeentelijke tarieven zijn nu al vergelijkbaar of hoger dan de commerciële tarieven van de particuliere havens in de omgeving. Daarnaast bieden particuliere havens meer faciliteiten en toezicht.
Berekening kostendekkendheid havengelden | oorspr. | gewijz. | realisatie |
---|---|---|---|
begroting | begroting | ||
Kosten op taakveld 2.4 Havens en waterwegen | |||
Kosten taakveld, incl omslagrente | 594 | 470 | 446 |
Inkomsten taakveld, excl. heffingen | -25 | -25 | -65 |
Netto kosten taakveld | 569 | 445 | 381 |
Kosten buiten taakveld | |||
- overige toe te rekenen kosten | 2 | 2 | 3 |
- overhead incl. (omslag)rente | 146 | 99 | 77 |
- BTW | 33 | 33 | 32 |
Totale kosten | 750 | 579 | 493 |
Opbrengst heffingen | 19 | 19 | 20 |
Dekkingspercentage | 2,5% | 3,3% | 4,1% |
Totale baten uit belastingen, leges en rechten
3.1.3 Totale baten uit belastingen, leges en rechten
| oorspr | gewijz. | realisatie | verschil |
---|---|---|---|---|
` | begroting | begroting | ||
`` | 2019 | |||
Ongebonden Heffingen: | ||||
OZB woningen | 10.779 | 11.324 | 11.395 | 71 |
OZB niet - woningen eigenaren | 5.866 | 5.866 | 5.860 | -6 |
OZB niet - woningen gebruikers | 3.416 | 3.416 | 3.485 | 69 |
Hondenbelasting | 510 | 510 | 472 | -38 |
Precariobelasting | 312 | 312 | 230 | -82 |
Totaal niet gebonden heffingen | 20.883 | 21.428 | 21.442 | 14 |
Gebonden Heffingen: | ||||
Rioolheffing | 8.236 | 8.236 | 8.345 | 109 |
Afvalstoffenheffing | 9.690 | 9.690 | 9.752 | 62 |
Marktgelden | 272 | 272 | 209 | -63 |
Opbrengsten parkeervoorzieningen | 3.210 | 3.500 | 3.507 | 7 |
Opbrengsten fiscale parkeerheffingen | 935 | 935 | 1.068 | 133 |
Leges bouwvergunningen c.a. | 2.350 | 2.350 | 3.339 | 989 |
Leges burgerlijke stand (inclusief huwelijken/partnerschap) | 170 | 170 | 285 | 115 |
Leges rijbewijzen/paspoorten/identiteitskaart | 707 | 707 | 881 | 174 |
Leges gemeentelijke basisregistratie | 149 | 149 | 161 | 12 |
Overige leges en heffingen | 246 | 246 | 234 | -12 |
Totaal gebonden heffingen | 25.965 | 26.255 | 27.781 | 1.526 |
Leges omgevingsvergunningen In de begroting is de legesopbrengst voor het behandelen van aanvragen voor omgevingsvergunningen geraamd op € 2,3 miljoen. De gerealiseerde opbrengst is € 3,3 miljoen. De extra opbrengst is het gevolg van het aantrekkende economische klimaat. Hierdoor zijn er meer aanvragen ingediend dan oorspronkelijk verwacht, waarvan in december 2019 twee vergunningen met een legesopbrengst van € 613.000.
Overzicht van de lokale lastendruk
3.1.4 Overzicht van de lokale lastendruk
Hieronder is weergegeven hoe de lokale lastendruk zich van 2017 tot en met 2019 heeft ontwikkeld.
Omschrijving | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|
Gemiddelde woningwaarde | 251.103 | 263.550 | 297.812 |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 234,53 | 238,87 | 255,12 |
Rioolheffing | 206,52 | 208,56 | 193,20 |
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden) | 277,87 | 285,36 | 305,76 |
Totaal | 718,92 | 732,79 | 754,08 |
Procentuele wijziging woonlasten | 2017 t.o.v. | 2018 t.o.v. | 2019 t.o.v. | |
---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | ||
Stijging voor eigenaar én gebruiker van woningen | 0,64% | 1,90% | 2,90% | |
Stijging lastendruk voor huurders van woningen | 1,24% | 2,00% | 1,02% |
De peildatum van de woningwaarde is telkens de waarde per 1 januari van het voorafgaande jaar. Dit betekent voor de in de tabel opgenomen jaren:
Belastingjaar | Waardepeildatum | Gemiddelde waardeontwikkeling |
2017 | 1 januari 2016 | 6,0% hoger |
2018 | 1 januari 2017 | 5,0% hoger |
2019 | 1 januari 2018 | 13,0% hoger |
De gemiddelde waardestijging van de woning voor het belastingjaar 2019 is 13%. Bij het vaststellen van de tarieven is uitgegaan van een verwachte stijging van 8%. De waardestijging van woningen is circa 5% hoger dan ingeschat. Bij het berekenen van de tarieven in augustus 2018 was nog onvoldoende inzicht van de aanzienlijke waardeontwikkeling. De hogere waardeontwikkeling heeft een positief effect op de baten OZB.
De OZB is met meer dan de inflatiecorrectie is toegenomen. Dit is het gevolg van de methodiek voor het bepalen van de OZB-tarieven. Bij de berekening van de OZB tarieven moeten wij vroegtijdig een inschatting maken van de waarde ontwikkeling. In de loop van het jaar wordt de uiteindelijke waarde bepaald aan de hand van verkoopcijfers en worden ook eventuele verbouwingen en uitbreidingen meegenomen. Deze uiteindelijke waarde is vorig jaar gemiddeld meer gestegen dan de inschatting van 8%.
Kwijtscheldingsbeleid
3.1.5 Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente Hilversum kent een aanzienlijk aantal huishoudens dat moet rondkomen van een minimuminkomen en wil dat ook burgers met een laag inkomen kunnen meedoen aan de samenleving. Daarom biedt de gemeente Hilversum burgers en ondernemers die niet of met moeite in staat zijn om de lokale belastingen te betalen de gelegenheid gebruik te maken van de kwijtscheldingsregeling. Hiervoor dient men aan een aantal voorwaarden te voldoen. De rijksoverheid bepaalt de normen voor deze regeling.
Het is alleen mogelijk kwijtschelding aan te vragen voor onderstaande heffingen:
- rioolheffing;
- afvalstoffenheffing;
- hondenbelasting (uitsluitend de eerste hond);
- zuiverings-/verontreinigingsheffing en watersysteemheffing ingezetenen van Waternet (alleen voor burgers).
In een convenant met Waternet te Amsterdam is vastgelegd dat de gemeente Hilversum de kwijtscheldingsverzoeken voor aanslagen behandelt die Waternet oplegt aan de burgers van de gemeente Hilversum. Dit betreft de zuiverings-, verontreinigings- en de watersysteemheffing.
Het aantal kwijtscheldingsverzoeken laat zich moeilijk voorspellen. Het aantal verzoeken (3.510) is iets lager dan in 2018 (3.724) maar nog steeds hoger dan begroot (3.250). Het streven is om de kwijtscheldingsverzoeken binnen zes maanden af te handelen. Door het hoge aantal verzoeken en de problemen met de administratieve verwerking is 88% binnen zes maanden afgehandeld.
Op 31 december 2019 waren er nog 315 verzoeken waarvoor een verzoek moest worden afgehandeld. Voor het afhandelen van deze verzoeken wordt gewacht op informatie van het inlichtingenbureau. Deze informatie wordt in het eerste kwartaal van 2020 verwacht. De overgang naar een nieuwe belastingapplicatie heeft ook in 2019 nog invloed gehad op het proces kwijtschelding. Tot aan het laatste kwartaal van 2019 hebben we nog grote problemen ondervonden bij het inlezen van gegevens van het inlichtingenbureau. Het laatste kwartaal zijn we hard bezig geweest om deze problemen op te lossen samen met onze software leverancier. Dit heeft geleid tot een nieuwe efficiëntere manier van het indienen en behandelen van kwijtscheldingsverzoeken.
Naar verwachting zijn de nog af te handelen verzoeken eind eerste kwartaal 2020 afgehandeld.
Ook het aantal administratieve beroepen is in 2019 gedaald. Dit komt door het in 2016 ingezette beleid om incomplete verzoeken niet in behandeling te nemen totdat deze na ontvangst van de opgevraagde aanvullingen wel compleet waren. Deze verzoeken leiden tot een herziening van het verzoek. In voorgaande jaren werden deze incomplete verzoeken afgewezen op onvolledigheid en pas in administratief beroep aangevuld.
In de 133 beroepschriften zijn ook de hernieuwde verzoeken opgenomen. Dit geeft een vertekend beeld en is tevens de verklaring waarom het aantal ongegronde beroepschriften zo laag is. Dit omdat
vaak blijkt dat na het ontvangst van de ontbrekende stukken toch sprake is van recht op kwijtschelding. Om in de toekomst een beter beeld te kunnen geven zijn hiervoor aanpassingen in het systeem gedaan. De hernieuwde verzoeken en daadwerkelijke beroepschriften zullen worden gescheiden en vanaf 2020 apart in beeld worden gebracht.
Overzicht van kwijtscheldingen
| Rekening 2017 | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2019 |
---|---|---|---|---|
Aantal kwijtscheldingsverzoeken (incl. Waternet), waarvan: | 3.655 | 3.724 | 3.250 | 3.510 |
- Geheel toegekend. | 2.310 | 2.371 | 2.450 | 2.556 |
- Gedeeltelijk toegekend. | 45 | 27 | 150 | 63 |
- Afgewezen. | 594 | 350 | 650 | 576 |
- Per 31 december in behandeling. | 706 | 976 | 0 | 315 |
Verzoeken afgehandeld < 6 maanden | 81% | 88% | 100% | 88% |
Totaalbedrag kwijtschelding | 1.041.628 | 1.221.229 | 1.184.000 | 1.285.888 |
Aantal beroepschriften | 179 | 174 | 100 | 133 |
% ongegrond beroepschriften | 23% | 26% | 95% | 23% |
% beroepschriften afgehandeld < 8 weken | 100% | 77% | 100% | 58% |
Landelijke woonlastenvergelijking
3.1.6 Landelijke woonlastenvergelijking
Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) van de Rijksuniversiteit van Groningen vergelijkt onder meer de lokale lasten. Het COELO brengt hierover jaarlijks de ‘Atlas van lokale lasten’ uit, met daarin informatie over alle gemeenten in Nederland.
COELO houdt bij het berekenen van de gemiddelde WOZ-waarde geen rekening met de verlaging van de WOZ-waarden door bezwaar of beroep. Hierdoor kan het door de gemeente gepresenteerde bedrag aan gemiddelde woonlasten afwijken van de door COELO gepresenteerde bedragen. Hilversum presenteerde voor 2019 een bedrag aan gemiddelde woonlasten van € 743. COELO kwam voor Hilversum uit op een bedrag van € 767 in 2019.
Het overzicht van de gemeenten (nummer 1 heeft de laagste gemiddelde woonlasten) voor een meerpersoonshuishouden met daarin opgenomen de positie van gemeente Hilversum, ziet er als volgt uit.
Omschrijving | 2017 | 2018 | 2019 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | rangorde | bedrag | |
COELO Atlas overzichten van alle gemeenten: | ||||||
Gemeente met de laagste lasten | 1 | 487 | 1 | 505 | 1 | 511 |
Gemiddelde van alle gemeenten | 723 | 721 | 740 | |||
Gemeente met de hoogste lasten | 398 | 1.211 | 387 | 1.234 | 372 | 1.446 |
Gemeente Hilversum | 166 | 731 | 203 | 748 | 208 | 767 |
Veel gemeenten staan (evenals Hilversum) in de rangorde rond het gemiddelde geconcentreerd. Kleine wijzigingen in de woonlasten (van minder dan 10 %) leiden hierdoor al tot een grote verschuiving in de rangorde.